Donderdag 17 augustus

De besneeuwde top van de Schrankogel (3497 m) op de achtergrond

In een rustig tempo ren en ik de doubletrack richting de Breitlehnalm omhoog. Dit pad ben ik de afgelopen twee weken al een aantal keren omhoog of omlaag gelopen. De weg en het uitzicht ken ik inmiddels wel. Langzaam keer ik met mijn aandacht naar binnen en mijn gedachten gaan naar de afgelopen twee weken en de voorbije maanden. Sinds de Legends Trail begin dit jaar heb ik eigenlijk al moeite met mijn motivatie om te lopen. Meerdere keren heb ik me afgevraagd, zoals ik dat met regelmaat doe, waarom ik eigenlijk loop. Ik heb steeds geloofd dat de motivatie en inspiratie om te lopen van binnenuit komt. Het lopen om het lopen zelf. Lopen als meditatie en een manier om dichter bij de natuur te zijn. Dichter bij mijn eigen natuur. Maar waarom heeft het dan de laatste tijd zo vaak inspiratieloos gevoeld? Nu ik hier zo in de Oostenrijkse bergen rond ren heb ik er geen enkele moeite mee. Inspiratie en motivatie genoeg. Wat vind ik hier dat ik thuis niet vind?

Maandag 14 augustus

Terugblik op de oostgraat vanaf de top van de Schrankogel

Het is nog zo’n 400 meter klimmen naar de top. Ik zit op de oostgraat van de Schrankogel. Het terrein wordt steeds moeilijker. Steeds vaker heb ik mijn handen nodig om mezelf om hoog te hijsen op het volgende rotsblok. Of gewoon voor de balans. Boven me zie ik ineens twee mannen aankomen. Ze wachten op me om steenslag te voorkomen. En ik laat ze nog even wachten ook. Het gaat niet meer zo snel in de ijle lucht boven de 3000 meter. Het gaat bovendien vrijwel loodrecht omhoog. Als ik eindelijk op gelijke hoogte ben, wisselen we wat beleefdheden uit. Ik vraag of zij langs de andere kant omhoog zijn gekomen en of die route makkelijker is. Dat is het. Alleen een sneeuwveldje van een meter of twintig is wat lastig. Het heeft de dag ervoor gesneeuwd op die hoogte en er ligt nog best wel wat sneeuw.  We nemen afscheid en ik klim gestaag verder. Het gaat zo langzaam dat mijn gps horloge niet meer in de gaten heeft dat ik beweeg en op pauze gaat. Naarmate ik hoger kom wordt de graad smaller. Aan beide kanten gaat de helling vrijwel loodrecht naar beneden. En de papperige sneeuw maakt het er ook niet makkelijker op. Ik vind het soms best spannend. Het herdenkingsmonument voor een man die een jaar of twintig geleden van de oostgraat naar beneden is gestort, heb ik nog in mijn achterhoofd. Maar dat zijn geen dingen om aan te denken nu. Geen ruimte voor twijfel op dit moment. Gewoon door klimmen! Na wat een eeuwigheid lijkt (later blijkt op strava dat het ook daadwerkelijk een eeuwigheid was), bereik ik de top.

Donderdag 17 augustus

De grens opzoeken op de Luibiskogel (3110 m)

Ik kijk op mijn horloge. Ik heb mijn vrouw Marieke beloofd dat ik een uur tot anderhalf uur weg zal zijn. Dan kan ik nog even door. De zes km aantikken en dan terug naar beneden. Onder me zie ik het het dorp Huben steeds kleiner worden. Mijn gedachten gaan terug naar maandag. Waarom ga ik steeds opzoek naar moeilijkere uitdagingen? Is de innerlijke drijfveer, het lopen om het lopen, dan toch niet genoeg? Ben ik dan toch opzoek naar prikkels van buiten? De kik van nieuwe uitdagingen: grotere afstanden, grotere hoogten, moeilijker terrein en moeilijkere omstandigheden? En hoe ver ga ik daar dan in? Hoeveel risico ben ik bereid om daarbij te nemen? Of gaat het me om het risico zelf, om de kik, om de adrenaline rush? En als dat zo is, vind ik dat dan erg? Zoveel vragen waar ik het antwoord niet op weet. Of misschien niet wil weten. Wat ik wel zeker weet, is dat het op de Schrankogel niet de laatste keer was deze vakantie, dat ik de grens op zal zoeken.

Zondag 20 augustus

Wolken trekken samen op weg naar de Luibisscharte

‘Rondje langs vier meren en een kogel’ staat er in mijn logboek op Strava. En die kogel is de Luibiskogel. Het is niet zo zonnig en warm dit keer. Het heeft opnieuw gesneeuwd en het is vandaag koud en winderig. ‘Ik ben maximaal 6 uur weg’, verzeker ik Marieke voor vertrek. Maar als ik het vierde meer bereik, de Hauersee, zijn er al bijna vier uren voorbij en wachten me nog een flinke klim naar de Luibisscharte, een tweetal kleinere passen en een lange afdaling terug naar Huben. Ik kan nu ook direct naar beneden gaan, dan ben ik dik binnen de 6 uur terug, maar ik weet dat het zinloos is om dat überhaupt in overweging te nemen. Ik kan ook de Luibiskogel links laten liggen als ik bij de scharte ben, maar ik weet nu al dat ik dat niet zal doen. Wat drijft me toch weer omhoog? De wolken in over sneeuw, ijs en steen naar de top van deze berg?

Op weg naar de top zie ik niet veel. Alleen witte mist en sporen in de sneeuw van mensen die me die dag zijn voorgegaan. Als ik vlakbij de top ben komen ze net naar beneden. Het is een koppeltje. Ze hebben helmen op en zijn ingebonden aan klimtouw. Het zet me weer aan het denken. Is het gevaarlijk wat ik aan het doen ben? Op de top het uitzicht nul komma nul. Maar af en toe trekt het zicht naar beneden toe even open en zie ik loodrechte afgronden. De route waar ik langs omhoog ben gekomen is besneeuwd. Wat bezielt me eigenlijk? Op weg naar beneden haal ik het stelletje in. Ze gaan centimeter voor centimeter vooruit. Zij is duidelijk doodsbang. Zou ik ook bang moeten zijn? Het doet me niet zoveel. Ik voel me zeker van mijn zaak. Realiseer ik me het gevaar onvoldoende?

Skills op doen op de Geigen Kamm met Michiel

Of heb ik mezelf de skills eigen gemaakt en mag ik me met recht zeker voelen?

 

Dinsdag 22 augustus

In 2013 zag ik hem voor het eerst, op de kaart dan wel, de Hohe Geige. Een berg van 3393 meter hoog. Destijds was ik een week lang in het Pitztal voor de Pitztal Gletsjer Ultra Trail. Het leek me geen goed idee om zo kort voor een lange ultra nog een berg te gaan beklimmen. Maar nu we in het Ötztal, aan de andere kant van de berg zijn, moet het er toch van komen. Ik heb de vakantie inmiddels alweer bijna voorbij laten gaan. Het moet nu dus gebeuren. Via de spectaculaire westgraat bereik ik uiteindelijk de top. Ik wissel wat uit met twee meiden over de route en de Geigen Kamm die ik twee weken eerder met Michiel heb gedaan. Ze vragen waar ik vandaan kom en hoe lang ik er over heb gedaan. ‘Wauw respect!’ Het doet me niet veel merk ik. Daar ben ik niet naar opzoek, naar respect of oh’s en ah’s.

De Hohe Geige (3393 m) met de westgraat rechts op de voorgrond

Leuk hoor, dat wel. Maar het is dus toch iets dat van binnenuit komt. Of… Maar nee!! Nu valt het kwartje. Het komt niet van binnen uit! Ik ben opzoek naar iets in mezelf!! Dat is mijn drijfveer. Ik kijk van buiten naar binnen. Dat is mijn motivatie en dat geeft me inspiratie!

Maandag 4 september

Toch komen de vragen terug. Heb ik deze uitdagingen nodig om mezelf te leren kennen. Moet ik daarvoor zo ver en zo hoog gaan? Moet ik het mezelf daarvoor zo moeilijk maken en dit soort risico’s nemen? Gevoelsmatig zeg ik ja. De uitdaging en het avontuur halen me uit mijn comfortzone. Het risico dwingt me om in de spiegel te kijken. Wie ben ik? Wie en wat wil ik zijn? Waar ben ik naar op zoek? De antwoorden weet ik nog niet. Misschien vind ik tijdens mijn volgende avontuur een paar antwoorden op mijn vragen. Of kom ik in elk geval een stapje dichterbij. De motivatie en inspiratie zijn in elk geval terug, voor dit moment. Vrijdag 8 september begin ik aan mijn volgende avontuur. Dan ga ik 170 kilometer rennen in de Zwitserse bergen. Dit keer geen afspraken om op tijd terug te zijn. Ook minder risico dit keer. Klauteren en klimmen zal er niet bij zijn. Ook zal ik niet alleen zijn en in de gaten worden gehouden door de organisatie van de SwissPeaks Trail. Of ik antwoord op mijn vragen ga krijgen, weet ik niet. Maar dat ik mezelf tegen ga komen is wel een zekerheid. Ik kijk er naar uit!