Het is zondagochtend half negen en ik sta in de serene stilte van een Ardens bos met handen vol halfbevroren sneeuw gravel uit een wond in mijn knie te schrobben. Dat is niet iets wat ik gebruikelijk doe op een zondagochtend. Maar ik ben weer aan het trainen voor de Legends Trail en even daarvoor ben ik hard op mijn plaat gegaan. De afdaling was pittig met nog behoorlijk wat sneeuw hoger op de helling en wat lager aangestampte, half gesmolten en weer bevroren sneeuw. Dus ik ben voorzichtig in de afdaling, gefocust. Maar eenmaal met vaste grond onder m’n voeten laat ik de teugels vieren. De helling is niet al te stijl, geen wortels, geen rotsen. Het is een brede gravelweg. Er kan niets gebeuren. Mijn aandacht gaat naar mijn maag. Ik ben bijna tweeënhalf uur onderweg en heb nog niets gegeten. Al rennend bestudeer ik de kaart om te bekijken wat een goed moment voor een hapje eten zou kunnen zijn. Eens even zien. Zo meteen beneden de weg oversteken en dan gaat het daarna omhoog… dat is een misschien een mooi moment om… BAM! Het gaat zo snel dat ik niet eens weet wat er is gebeurd.
Er zijn verschillende manieren om op je plaat gaan: gracieus of beheerst bijvoorbeeld. Vallen wordt dan bijna kunst. Zoals twee weken geleden de eerste keer dat ik onderuit ging in de afdaling naar La Roche. Bovenaan een rots, die onder hoek van 45 graden tegen de helling lag, verstopt onder de sneeuw, ging ik onderuit. Gracieus viel ik op mijn kont en steunend op mijn rechter onderarm veegde ik als een stervende zwaan in één vloeiende beweging de rots schoon. Prachtig! De tweede keer dat ik viel in diezelfde afdaling werd al iets minder charmant. Het is niet makkelijk om jezelf staande te houden op met algen begroeide rotsen die bedekt zijn met een laagje sneeuw. Maar deze val ving ik toch nog heel beheerst op en ik bracht het er zonder schade vanaf. ‘Degelijk!’ dacht ik nog bij mezelf. En daar had ik het misschien beter bij kunnen laten, want één meter later BAM! Daar lag ik. En dit keer was het niet zo fraai. Gaatje in mijn dure regenbroek, gaatje in mijn tights en een gaatje in mijn knie. Al kwam ik daar vijf uur later pas achter.
En nu val ik uiteraard precies op diezelfde knie. Of eigenlijk schuif ik over mijn scheenbeen over het gravel. Het gat zit dit keer net onder mijn knie. En in het gat zit gravel en modder. Dit is nasty! Ik heb weinig succes met de sneeuw. Het lukt met niet om de modder er echt goed uit te schrobben. Gelukkig gaat het wel bloeden en ik hoop maar dat de rotzooi er uit bloedt. Het moet maar. Ik heb dan nog veertig kilometer te gaan tot aan het tweede checkpoint in Oneux.
De vorige dag ben ik daar begonnen aan de derde etappe van de Legends Trail. Twee weken geleden ben ik onder de indruk geraakt door de omstandigheden en de tijd die ik nodig had om de eerste etappe af te leggen. Ik houd er daarom rekening mee dat ik tijdens de race zelf pas na het vallen van de avond het derde checkpoint zal bereiken. Daarom was het idee eigenlijk om de etappe in het donker te eindigen. Maar dat is niet helemaal gelukt. Het is een korte en vrij eenvoudige etappe waardoor ik checkpoint drie sneller bereik dan verwacht. Ik heb geen problemen met de navigatie en het parcours is niet al te technisch. Best saai eigenlijk. Behalve de klim door het ravijn van de Ninglinspo tegen het eind van deze etappe. De naam doet eerder denken aan een wilde bergrivier in het Tibetaanse hooggebergte dan aan een riviertje in de Ardennen. Maar de Ninglinspo is toch echt een zijrivier van de Amblève. Èn de enige bergrivier van België volgens Wikipedia. Je kunt er zelfs in baden! Maar dat vind ik op dat moment niet zo’n aantrekkelijk idee. Er ligt nog veel sneeuw en ijs en in het ravijn valt de avond schemer al vroeg in. Het is een smal ravijn waardoor het pad op veel plaatsen behoorlijk technisch is. De sneeuw en het ijs maken het nog lastiger. Het pad steekt regelmatig het riviertje over via bruggetjes. Het wordt nog even spannend als ik het riviertje over moet steken op een plek zonder brug. Het water is bedekt met een laag ijs. Ik hoor hoe het water zich daaronder een weg baant tussen de rotsen door. Ik aarzel. Het ijs ziet er broos uit. Er zijn twee stammetjes ingevroren in het ijs, maar om die te bereiken moet ik een sprong wagen. Als dat mis gaat… Maar ik durf ook niet op het ijs te gaan staan, dus ik waag de sprong. Even blijf ik staan… er gebeurt niets. De stammetjes liggen blijkbaar stevig in het ijs. Droog en zonder kleerscheuren bereik ik de andere kant van het riviertje. Niet veel later bereik ik ook checkpoint drie net op het moment dat de avond valt.
De volgende ochtend begin ik om half zeven in Hotton aan etappe twee. Ik hoop dat ik tijdens de Legends Trail eerder weg ben uit Hotton, maar ik kan in elk geval het eerste gedeelte in het donker lopen. Ik ben niet zo scherp deze ochtend. De focus ontbreekt. Ik loop door een smal dal en ergens moet ik rechts omhoog. Op mijn kaart staat geen pad. Dat maakt het iets lastiger. Toch kom ik al snel een heel duidelijk en besneeuwd pad tegen. Een double track nog wel. Maar dat is iets te snel. Dat kan niet kloppen. Ik loop door. Dertig meter later gaat er weer een pad omhoog, maar dat is nog steeds erg snel. Het ziet er bovendien ook niet echt aantrekkelijk uit. Dus ik loop door. Tot het pad naar de andere kant van het dal gaat. Dat bekent dat ik te ver ben doorgelopen. Er is hier echt geen pad te bekennen dat de berg op gaat. Ik ren terug. Misschien was het dan toch dat eerste pad. Het onaantrekkelijke pad, dat ik nu als eerste tegenkom, negeer ik. Ik neem het besneeuwde pad, maar al snel draait dat de verkeerde kant op, terug naar Hotton. Ik keer om en even later sta ik voor het onaantrekkelijk pad. Eigenwijs als ik ben, wil ik nog steeds niet geloven dat dit mijn pad is. Maar ik krijg ineens een ingeving. Ik heb de route ook op afstandmeten.nl staan. Daarop kan ik precies zien waar ik me op dat moment bevind. Gauw zet ik het netwerk op mijn telefoon aan en zoek de route op. Het blauwe streepje op het scherm van mijn telefoon gaat inderdaad tegen de berg op omhoog. Precies op de plek waar ik op dat moment sta! Het moet dan maar. Het blijkt allemaal wel mee te vallen. In eerste instantie gaat het pad nog stijl omhoog, maar al snel vlakt de helling af en loop ik verder over de rug van de heuvel. Zonder verdere problemen navigeer ik daarna direct door naar de gravelweg, waar ik precies op tijd arriveer om opnieuw mijn knie kapot te vallen. Ik had er graag weer een kunstwerkje van willen maken, zoals twee weken geleden op die rots boven La Roche. Helaas geen stervende zwanen dit keer. Het heeft nog het meeste weg van een voetballer die zichzelf na het scoren van het winnende doelpunt op z’n knieën naar de cornervlag glijdt. Maar dan op gravel.
Ik hoef me nu in elk geval niet meer af te vragen wanneer het een goed moment is om iets te eten. Beneden aan het pad staan een paar picknicktafels langs een riviertje. Een mooie plek om iets te eten en nog eens de schade op te nemen. Als ik mijn weg vervolg, ben ik iets voorzichtiger. Ik wil echt niet nog eens op die knie vallen. Regelmatig kom ik stukken tegen waar half gesmolten en opnieuw bevroren sneeuw ligt. Het gaat soms bijna weer mis en ik vervloek het ijs. Met heimwee denk ik terug aan de kniediepe sneeuw van twee weken geleden. Gelukkig is de route vandaag schitterend. Het pad volgt deze etappe grotendeels de loop van de Ourthe. Nu weer bovenlangs de rotsen, dan weer beneden langs de oever van de rivier. Zelfs de zon gaat nog even schijnen! Het doet me vergeten hoe moeizaam het vandaag eigenlijk gaat. Op het eind word ik nog getrakteerd op een wild zwijn met haar vier jongen. Waarschijnlijk lagen ze net lekker te knorren tussen de bladeren in een kom op deze zuidhelling. Moeder zal van mij geschrokken zijn. ‘Sorry!’ Ze staat al snel tien meter hoger op de helling, wachtend op haar kroost. De vier kleintjes huppelen achter haar aan, af en toe nieuwsgierig omkijkend naar deze vreemdeling. ‘Wat zijn jullie mooi!’ Deze ontmoeting geeft me de energie om de laatste klim naar Oneux nog even stevig aan te vallen. Mijn vader staat me er al op te wachten. Ik ben blij dat het er op zit voor vandaag.
Prachtig verhaal, Teun! Nooit bij stil gestaan dat je op zoveel verschillende manieren kunt vallen, niet alleen lomp op het achterwerk, maar “gracieus als een stervende zwaan” of als een “voetballer die op z’n knieën naar de cornervlag glijdt”. De ijzingwekkende foto van je knie spreekt boekdelen. Ik hoop dat je volgende runs minder pijnlijk zijn, maar al dit leed is wel smullen! 😀
Dank je wel Mayke! Komende nacht weer een nacht etappe. Wie weet brengt het weer wat leed op 😉
Veel succes! Ik hoop dat alles heel blijft! 🙂
Nice blog Teun. Good luck for the next race. Be carefull.
Thanks Ted!
Mooi verhaal, ik hoop je te zien in CP3 ergens in maart. 🙂
Dank je wel Patrick! En ik kijk er al naar uit om je te zien bij CP3. Super tof dat je komt helpen! 🙂
Kunstig vallen is een gave… en die beheers jij toch behoorlijk lief! ?
Ik vat het maar op als een compliment lief. ?
De kunst van het vallen…. is het weer opstaan! Knap hoor dat je toch weer onverschrokken door gaat. Succes komend weekend!
Dank je wel zus! 🙂
mooi verhaal Teun, succes met alles wat je nog gaat doen.
Dank je wel Wilma! En veel plezier in landgraaf dit weekend.